Vrijheid


Door de eeuwen heen, hebben mensen op verschillende manieren gevochten voor hun leven, voor voedsel, voor hun gezin, voor rechtvaardigheid en hun vrijheid. Helaas, veel te vaak betekende dit knokken tegen onderdrukking.
Typerend voor onderdrukking, is de afwezigheid van recht en in extreme situaties ook de afwezigheid van voldoende voedsel. Dit zien we vaak terug in dictatoriale landen. Tot het moment, dat het volk het leed niet meer aankan. Op dat moment, wanneer de gevolgen van de onderdrukking groter worden, dan de angst waarmee het volk in toom wordt gehouden, grijpen mensen massaal naar de wapens. Om daarna bitter te ontdekken dat de ene dictator de andere vervangt. Machtswellust verziekt de mensheid tot op het bot. Ik vraag me af of er wel iets bestaat als echte vrijheid.

Want wees eerlijk. Onder ons democratisch bestel kunnen wij nog steeds een prettig leven leiden. Wij zijn echter niet vrij, om te doen en laten wat wij willen. Stelen wordt nog steeds niet getolereerd. Evenmin als door rood licht rijden, fout parkeren en in het wild ontwateren. Zelfs niet als je hoognodig moet.
Ook binnen de democratie vind ik dus niet de absolute vrijheid, waarin ik zelf volledig kan bepalen wat ik wil doen en welke weg ik wil gaan. Er is altijd iets of iemand aanwezig tegenover wie ik mij moet verantwoorden. Hetzij mijn ouders, zolang ik minderjarig ben. Hetzij mijn gezin, werkgever, medeburgers. En natuurlijk niet te vergeten, de overheid in haar vele facetten, van burgerlijke stand en politiemacht, tot aan de hogere politiek met hun besluitvorming. O ja en dan zijn daar ook nog Brussel en Straatsburg. Blijkbaar zitten er beperkingen aan onze vrijheid.
Bovendien is de mate van vrijheid sterk afhankelijk van waar ik op deze aardbol ben geboren en woon. Evenals mijn visie op vrijheid. Waar democratie is en niet alleen binnen een democratie, is vaak ook manipulatie. Waar manipulatie is, ben je daar dan echt vrij? Hoe vrij zijn we eigenlijk en wat is dan echte vrijheid? Kunnen wij wel totaal vrij zijn?

Even los van God de Schepper. Binnen het evolutionistisch denkbeeld, geldt het recht van de sterkste. De zwakke is altijd de pineut. Delft altijd het onderspit. Wordt de sterke zwakker, omdat hij het voortschrijden der jaren niet kan stoppen, dan wordt ook hij de pineut. In de natuur neemt een sterker dier zijn plaats in. Dit gebeurt ook in de mensenwereld.
Nog niet zo heel lang geleden, banjerde een klein manneke met snor in zijn blitzkrieg door Europa. Europa was geknecht, voedsel ging op de bon, met je mening moest je voorzichtig zijn. De generaals van dat manneke, moesten eveneens voorzichtig zijn met hun mening. Vrijheid stelt onder een dergelijk bewind niet veel voor. Zo heb je het en zo verlies je het.

Vrijheid is dus vaak afhankelijk van onze positie en daarmee van degene die ons die positie heeft gegeven. Waarom? Waarschijnlijk, omdat mensen afhankelijk zijn van een groter geheel. Op aarde kunnen wij veel, maar wij kunnen niet boven de wetmatigheden die in het universum gelden uitstijgen. En als wij het wel doen, heeft dat gevolgen. Wij zijn nooit vrij van de gevolgen. Vraag maar aan Adam en Eva.

Eens schreef ik een ‘dichtregel,’ ‘Vrijheid, is de wind die door je haar waait.’ Ik wist niet hoe het verder ging. Ik wist alleen dat het niet af was. Tot het moment dat ik mijzelf een simpele vraag stelde, die ik lange tijd niet kon bedenken.
Waarom kon ik die vraag niet meteen bedenken? Ik wilde vasthouden aan het beeld van de motorrijder, die met de wind door zijn haar als een vrijbuiter over de wereld scheurde. Tot ik mezelf toetste.

Als ik het nodig heb, dat de wind door mijn haar waait om vrij te zijn, ben ik dan echt vrij? Ik ben immers voor mijn gevoel van vrijheid, afhankelijk van de wind die door mijn haar waait. Ben ik in diepste wezen dan niet juist gebonden aan die wind? Is dat vrijheid? Dat wij dingen nodig hebben om vrij te kunnen zijn? Dat wij pas vrij kunnen zijn, wanneer de omstandigheden juist zijn, de situatie in het land het toelaat. Ons denken het toelaat. De wetten van het land waarin wij leven, het toelaten.
Tijd voor de 2e dichtregel. ‘Gebonden zijn, is niet zonder de wind kunnen die door je haar waait.’

Hoe je het ook wendt of keert. Om vrij te zijn, zijn wij gebonden aan de dingen die ervoor zorgen dat wij vrij kunnen zijn. Anders gezegd, wij hebben een verbond nodig om vrij te zijn. En dan maar hopen dat, datgene waarmee je een verbond van vrijheid sluit, jou gunstig gezind blijft. Misschien denk je, dat je sterk genoeg bent om iedereen jouw wil op te leggen. Bedenk dan, dat vele sterken zijn gevallen door een massa zwakke mensen, die 1 vuist vormden. Dus blijkbaar moet je ook nog met de juiste dingen, of personen een verbond sluiten. Ze moeten betrouwbaar zijn. Je moet er op kunnen vertrouwen, dat ze je wens om vrij te zijn zullen respecteren. Zo iets of iemand, moet dan ook nog onbaatzuchtig een waarborg zijn, om het verbond waar te kunnen maken. Diegene moet ook boven al de rest staan in deze wereld. Want anders komt er iemand die sterker is en je recht op vrijheid verbeurd verklaard.

Eens, heeft slechts één man gedaan, wat legers niet konden bereiken. Hij streed voor de verlossing van alle mensen. Hij streed voor hun leven, voor voedsel, rechtvaardigheid en hun vrijheid. Meer nog, Hij heeft overwonnen. Jezus Christus bracht ons terug bij de Vader in het heilige der heilige. Zijn lijden maakte ons weer rechtvaardig voor God. In Hem worden wij weer de mens zoals wij zijn bedoeld.
Tijd voor de 3e dichtregel: ‘Verbonden zijn is putten uit het water dat God ons, in Jezus Christus geeft.’

Dit is de meest betrouwbare en hoogste vrijheid die de mens kan bereiken. Zij is afhankelijk van een liefdevolle onbaatzuchtige God, die Zijn eigen leven heeft afgelegd, om ons te herstellen. Niets of niemand is sterker dan Jezus. Niemand heeft meer liefde dan Hij. Er is niets of niemand rechtvaardiger en wijzer. De hemel is hoog, maar Jezus’ goedheid stijgt daar ver bovenuit. Met Hem kun je een betrouwbaar verbond sluiten, omdat Hij betrouwbaar is. Eigenlijk komt het neer op de centrumvraag. Wie of wat staat er centraal in mijn vrijheid? Ben ik dat zelf, of mijn ideaalbeeld? Of staat Jezus daarin centraal? Is mijn vrijheid gefundeerd op de rots, of op zand met hout en stro? Matteüs 7:24-27 1 Korintiërs 3: 17-21

Otto de Bruyne zei ooit tegen mij, dat wij in Jezus meer mens worden. Voor mij betekent dit, dat je Jezus moet zoeken om te weten wie je werkelijk bent.

Vind jezelf, zoek Jezus.

In Hem vind je echte vrijheid. Want waar de Geest des Heren is daar is vrijheid schrijft Paulus in 2 Korr. 3:17.
Die vrijheid houdt meer in dan de context waarin deze woorden staan geschreven. Als wij bedenken waarvan wij verlost zijn, wordt deze vrijheid duidelijker.

Jezus heeft ons volledig verlost van intimidatie, minderwaardigheid, negatieve gedachten, verslavingen en manipulatie. Zelfs onder een dominerend gezag, kan iemand die Jezus kent, nog vrij zijn. Ook in de pijn, die alle modder geeft die op je gedumpt wordt, kun je vrij blijven van het venijn dat bitterheid wordt genoemd. Bovenal heeft Hij ons verlost van de zonde. En dat sluit ook alle machten in die daarmee gepaard gaan. Alle dingen die ons leven kunnen beheersen en waar mensen zo onder kunnen lijden, heeft Hij overwonnen. Voor alle mensen heeft Jezus de volledige overwinning behaald. Wij hoeven niet meer te doen wat de macht van zonde ons gebied. Het enige dat wij moeten doen is kiezen voor Jezus, vergeving vragen en standhouden. De macht de deur wijzen. De basis van deze vrijheid is Gods liefde voor alle mensen.

Hoe komt het dan, dat ik nog steeds verdriet ervaar en pijn wanneer mensen mij onrechtvaardig behandelen? Waarom ervaart iemand de pijn van een lege maag of een slopende ziekte? Waarom ervaart iemand die gemarteld wordt nog steeds pijn?
Als wij het toch hebben over vrijheid en verlossing, zijn dit reële vragen. Het antwoord ligt bij diezelfde overwinning en Gods liefde. Gods liefde voor alle mensen en de aard van Zijn totale overwinning. Eerst Gods liefde.

Gods liefde is ook voor diegenen die anderen pijn doen en onderdrukken. Hij wil dat iedereen een eerlijke kans heeft om terug te keren naar Hem. Vindt je dat onrechtvaardig? Bullebakken dezelfde kans geven als de onschuldigen? Millennia geleden heeft God die onrechtvaardigheid Zelf ervaren, toen de mensheid bij Hem wegliep en Zijn schepping vernachelde. God was ook onschuldig. Toch nam Hij het besluit om de mensen te rechtvaardigen zodat zij weer terug konden keren.  Geen enkele keuze blijft zonder gevolgen. Wie niet voor herstel kiest, kiest voor de gevolgen. Maar wel volgens de rechtvaardigheid van God en niet volgens ons gevoel van rechtvaardigheid.

Dan nu de volledige overwinning en de aard ervan. De volledige overwinning, houdt tevens een oordeel in over alle onberouwelijke bullebakken en bullebakgedrag. Jezus’ overwinning bestond niet alleen uit verlossing en rechtvaardigmaking, maar ook uit een oordeel. Johannes 12: 20-50.
Even een paar verzen daaruit:

31 Nu gaat er een oordeel over deze wereld; nu zal de overste dezer wereld buitengeworpen worden…
44 Jezus riep en zeide: Wie in Mij gelooft, gelooft niet in Mij, maar in Hem, die Mij gezonden heeft; 45 en wie Mij aanschouwt, aanschouwt Hem, die Mij gezonden heeft. 46 Ik ben als een licht in de wereld gekomen, opdat een ieder, die in Mij gelooft, niet in de duisternis blijve. 47 En indien iemand naar mijn woorden hoort, maar ze niet bewaart, Ik oordeel hem niet, want Ik ben niet gekomen om de wereld te oordelen, doch om de wereld te behouden. 48 Wie Mij verwerpt en mijn woorden niet aanneemt, heeft een, die hem oordeelt: het woord, dat Ik heb gesproken, dat zal hem oordelen ten jongsten dage.

De overste der wereld is satan, die buitengeworpen wordt. Hij heeft altijd de mensheid aangeklaagd bij God. Eerst voert hij de mensheid bij God vandaan en daarna klaagt hij hen aan vanuit zijn rechtspositie, omdat de mensheid zich vrijwillig heeft laten misleiden en vrijwillig aan hem gehoor heeft gegeven. In Joh. 12:31, komt daaraan een eind. Zijn aanklagersdagen zijn ten einde en hij wordt buitengeworpen. De toegang tot de rechtszaal wordt hem ontzegd. Dan rest nog de keus die elk mens voor zich dient te maken. Wel of niet voor Jezus? En daarvoor wil God, vanuit het diepst van Zijn hart, iedereen de kans geven.

Indien God nu Zijn volledige overwinning, volledig deed gelden, dan had niemand meer de kans om zich voor eeuwigheid met God te verzoenen. Want dan zou ook het oordeel, dat over deze wereld en satan met zijn trawanten is uitgesproken, in werking treden. En dat is verschrikkelijk. Dat betekent een eeuwige pijn. Helser dan wat iemand zich op aarde kan voorstellen. Voor gevallen engelen is er geen hoop meer maar wel voor alle mensen.

Vandaar dat wij de volledige overwinning nog in beperkte mate ervaren. Maar al het leed van deze wereld hoeft niet meer wanhopig te maken. Je hoeft geen slaaf meer te zijn van wat dan ook. Ja, mensen worden ziek en mensen lijden pijn, maar dat alles hoeft niet meer te overheersen.
Kijk naar Joni Erickson. In al haar strijd en verdriet is zij toch overwinnaar, omdat Jezus haar heeft verlost en hoop geeft. Met Jezus ben je niet beperkt door je omstandigheden of situatie. In Jezus kun je daar bovenuit stijgen zonder dat de situatie zelf veranderd. Dat is pas vrijheid.
Een laatste woord wil ik hierover nog zeggen. Net zoals wij niet boven de wetmatigheden uit kunnen stijgen van ons bestaan, zo kan God niet boven de wetmatigheden uitstijgen van Zijn liefde, genade, waarheid en rechtvaardigheid. Want Hij kan Zichzelf niet verloochenen. Hij is Die Hij is. Jezus noemt Zichzelf Ik Ben.

Omdat God ons lief heeft, kunnen wij vertrouwen op de volledige overwinning die Jezus heeft behaald. Omdat God ons lief heeft, hoeft niemand zich minderwaardig te voelen, want de Almachtige houdt van je, zoals je bent. Dit betekent niet, dat wij kunnen doen en laten wat wij maar willen.
Wij zijn Gods schepping en kunnen niet boven onze status uitstijgen. Onze vrijheid staat ons niet toe om boven God uit te stijgen. Nee, wij hebben verantwoordelijkheden en dragen de gevolgen van onze keuzes. Maar liefde dwingt niet. Liefde nodigt uit en zo ook God. Hij dwingt niet maar nodigt uit. In Hem genieten wij de groots mogelijke vrijheid die schepselen kunnen hebben. Hij dwingt niet Hij heeft ons lief en nodigt uit.

Jezus strekt zijn sterke hand uit en vraagt, ‘ Ga je met mij mee? Accepteer je Mijn offer voor jou? Wil je Mij volgen?’ Wanneer wij Jezus centraal zetten in onze vrijheid, wat zou er dan gebeuren met Nederland… en omstreken?

Shalom

© 2012 Thobias Ygrec. Alle rechten voorbehouden.

De bijbeltekst in deze uitgave, is ontleend aan de NBG-vertaling 1951, © Nederlands Bijbelgenootschap 1951.