Leven en Sterven
Bij een bouwmarkt had ik vijf aluminiumstrips gekocht. Door de harde herfstwind en slaande regen liep ik naar huis. In mijn wijk stak ik een straat over. Zover ik had gezien kwam er geen verkeer aan.
Halverwege de kruisende weg, werd ik afgesneden door een klusbusrammelbak. Mijn eerste verontwaardigde reactie was, om een deuk te slaan in het ouwe blik. Want zelfs Mozes kende boosheid. Uit een ‘heilige’ verontwaardiging, sloeg hij immers de stenen tafelen stuk op de rots. Heilige boosheid mag. En verontwaardiging over een handelwijze die zo egoïstisch is, dat zij tegen de moraal van God ingaat, is niet meer dan billijk. Toch? Per slot van rekening had de chauffeur ook even kunnen wachten om achter mij linksaf te slaan, in plaats van mij zo drammerig de pas af te snijden. ‘Niet doen,’ zei Jezus tegen mij, door een bijna fluisterende overtuiging in mijn hart. Tien passen verder bedacht ik waarom.
Hoe zou de reactie van de chauffeur zijn geweest, wanneer ik inderdaad een deuk in het ouwe blik had geslagen? Zou hij het incident na verloop van tijd vergeten? Meestal hebben mensen waar het dit soort dingen betreft een goed geheugen. Zelfs zonder geheugentraining. Wat zal er gebeuren wanneer ik met mijn verhalen en artikelen meer bekendheid krijg? Stel, dat hij in een tv-programma een interview met mij ziet, waarin ik over de drijvende kracht van het Evangelie spreek. Waarschijnlijk zou hij heel terecht meteen van opperste walging over zijn nek gaan.
Dat had mijn zelfrechtvaardiging tot gevolg gehad en ik zou die man nooit meer het evangelie kunnen vertellen. Bij hem heb ik mij ingehouden, maar op een dag moet ik iedereen in de ogen kijken bij wie ik dat niet heb gedaan. Bij wie ik voor mijzelf heb gekozen, omdat ik in mijn recht stond. Of omdat ik het nu eens eindelijk zat was, of iets dergelijks. Heb ik hen daarmee vriend of vijand gemaakt van Jezus?
Verontwaardiging en boosheid, hoe heilig het predicaat ook mag zijn, hebben altijd gevolgen. Zelfs voor Mozes. Hij mocht in Exodus 34 weer de berg op klauteren en de stenen tafelen zelf uitbeitelen.
Ik heb iemand eens horen zeggen dat wie van Jezus is, zijn rechten verliest en alleen maar gunsten ontvangt. Gelukkig behoorde die persoon tot een andere denominatie, dus hoefde ik daar niets mee te doen. Aan de andere kant, aan wie behoort mijn leven toe? Aan mijzelf? 1Korintiërs 6:19. En als het opkomen voor mijn rechten, mensen van Jezus vandaan houdt, is het dan niet veel beter om vanuit Zijn gunst te leven, in plaats vanuit mijn rechten? Is dit dan het verschil tussen heilig en onheilig? Tussen rein en onrein, gewijd en ongewijd, toegewijd en zelfbehoud? Jezus, zegt het in Matt. 10;39 zelfs nog scherper. 39 Wie zijn leven vindt, zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest om Mijnentwil, zal het vinden.
Dit doet me denken aan de priesters van het oude testament. Meteen rijst de vraag, wat priesterschap betekent. Hoe kijkt God daar tegenaan? Laat ik bij God beginnen. Hoe serieus neemt God het priesterschap? Van alle mensen staan priesters het dichtst bij God. Zo dicht in de nabijheid van God te zijn brengt een grote verantwoordelijkheid met zich mee. Zelfs voor de Nieuw Testamentische priesters en dat is iedereen die belijdt, dat Jezus de Christus is, de Zoon van de Levende God en Hem volgt, 1 Petrus 2: 5-9:
1 Legt dan af alle kwaadwilligheid, alle bedrog, huichelarij, afgunst en alle kwaadsprekerij, 2 en verlangt als pasgeboren kinderen naar de redelijke, onvervalste melk, opdat gij daardoor moogt opwassen tot zaligheid, 3 indien gij geproefd hebt, dat de Here goedertieren is. 4 En komt tot Hem, de levende steen, door de mensen wel verworpen, maar bij God uitverkoren en kostbaar, 5 en laat u ook zelf als levende stenen gebruiken voor de bouw van een geestelijk huis, om een heilig priesterschap te vormen, tot het brengen van geestelijke offers, die Gode welgevallig zijn door Jezus Christus. 6 Daarom staat er in een schriftwoord: Zie, Ik leg in Sion een uitverkoren en kostbare hoeksteen, en wie op hem zijn geloof bouwt, zal niet beschaamd uitkomen. 7 U dan, die gelooft, geldt dit kostbare, maar voor de ongelovigen geldt: De steen, die de bouwlieden afgekeurd hadden, die is geworden tot een hoeksteen en een steen des aanstoots en een rots der ergernis, 8 voor hen, die zich daaraan, in hun ongehoorzaamheid aan het woord, stoten, waartoe zij ook bestemd zijn. 9 Gij echter zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilige natie, een volk (Gode) ten eigendom, om de grote daden te verkondigen van Hem, die u uit de duisternis geroepen heeft tot zijn wonderbaar licht: 10 u, eens niet zijn volk, nu echter Gods volk, eens zonder ontferming, nu in zijn ontferming aangenomen.
Even terug, naar de verantwoordelijkheid van de Oud Testamentische priesters. Levitucus 10: 1-7: 1 En de zonen van Aäron, Nadab en Abihu, namen ieder zijn vuurpan, deden daar vuur in en legden daar reukwerk op; zo brachten zij vreemd vuur voor het aangezicht des HEREN, hetgeen Hij hun niet geboden had. 2 Toen ging er vuur uit van de HERE en dit verteerde hen, zodat zij stierven voor het aangezicht des HEREN. 3 En Mozes zeide tot Aäron: Dit is het, wat de HERE gesproken heeft: aan degenen die Mij het naaste staan, zal Ik Mij de Heilige betonen en ten aanschouwen van het gehele volk zal Ik Mij verheerlijken. En Aäron zweeg.
Dit is heftig. Twee dingen vallen mij op.
- 1 Nadab en Abihu brachten een offer en werden verteerd. Waarom werden zij verteerd? De reden daarvan wordt aangegeven met de term vreemd vuur. Wat bedoelt de Bijbel hier met vreemd vuur? Vreemd vuur is vuur, dat God niet geboden had om te brengen, of waarbij het voorschrift, dat God voor dat vuur gegeven heeft, niet nauwkeurig werd opgevolgd.
- Het 2e dat mij opvalt, is de uitspraak: … aan degenen die Mij het naaste staan, zal Ik Mij de Heilige betonen…
God betoont Zich de Heilige. Betoont Zich Degene waar je respectvol mee omgaat en tegen Wie je niet zomaar ‘he ouwe,’ zegt. Heiligheid is een gewichtige zaak waar je niet te lichtvaardig over mag denken. En dat lijkt me logisch, want het offer van Jezus kwam beslist niet goedkoop. Het offer van Jezus is gebracht met onnoemelijk veel lijden, bloed, pijn en in alle nederigheid. Jezus heeft Zijn positie, die Hij had in de hemel, afgelegd om mens te worden en om zonde te worden aan het kruis. Hij werd zonde. Alle onrechtvaardigheid, alle misdaad, alle onreinheid, alle onheiligheid werden op Hem gelegd. Omdat er een oordeel over uitgesproken kon worden en hun macht gebroken.
Waarom op Jezus? Hij was de Enige, Die in dit alles niet zou zondigen. De dood kon Jezus niet in zijn greep houden. De dood als straf op de zonde, had namelijk geen recht op Jezus. In Zijn menselijke gedaante heeft Hij de dood wel ondergaan, want het offer dat Hij bracht moest volledig zijn om de mens te bevrijden. Juist daardoor kunnen wij nu Zijn dood erkennen als onze dood en Zijn leven erkennen als ons leven. Even terug naar Matt. 10;39: Wie zijn leven vindt, zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest om Mijnentwil, zal het vinden.
Wat betekent het om heilig te zijn? Om die vraag te beantwoorden, moeten we eerst weten wat het betekent om priester te zijn. Een van hun taken vinden wij in Leviticus 10: 8-11. De priester moest onderscheid kunnen maken tussen heilig en onheilig, tussen rein en onrein, zodat zij de Israëlieten konden onderwijzen en voor konden gaan in het leven met God. Ezechiël 22:26.
Wat dat aangaat ken ik maar 1 persoon die echt heilig heeft geleefd, en dat is Jezus. Dus heilig zijn is zijn, zoals Jezus. Hoe is Jezus dan? Allereerst is Hij zachtmoedig en nederig. Nederig moet je niet verwarren met kruiperig Matt. 11:29.
Ten tweede: de Heilige Geest, is zoals Jezus is. Dus willen wij weten hoe Jezus is, dan moeten wij niet alleen naar Zijn leven kijken hier op aarde, maar dan moet dat ook blijken uit het leven van christenen. Want christenen, zijn verzegeld met de Heilige Geest van God. Hoe is dan de Heilige Geest? Hoe is Zijn Karakter? Hier een klein voorproefje. Galaten 5:22
22 Maar de vrucht van de Geest is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid (dat is geduld), vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. 23 Tegen zodanige mensen is de wet niet. 24 Want wie Christus Jezus toebehoren, hebben het vlees met zijn hartstochten en begeerten gekruisigd. 25 Indien wij door de Geest leven, laten wij ook door de Geest het spoor houden. 26 Wij moeten niet praalziek zijn, elkander tartend, elkander benijdend.
Wanneer heilig zijn betekent: zijn zoals Jezus is, dan moeten wij wel eerst sterven. Want wie kan zijn zoals Jezus? En als wij eerst moeten sterven om het leven te vinden, dan betekent dit: sterven aan de neiging om een deuk te slaan in het ouwe blik. Sterven aan het recht om verontwaardigd te zijn. Sterven aan het leven vanuit mijn rechten. Sterven aan mijn eigen gelijk, wanneer dit verdeeldheid brengt tussen christenen, om het in vrede bij Jezus te brengen. Niet omdat christenen lafaards zijn. Ook niet omdat christenen onverschillig zijn, maar omdat Jezus het wil. Dingen doen of nalaten omdat Jezus het van ons vraagt, heet toewijding, gehoorzaamheid. Gehoorzaamheid vanuit het besef, dat wij, die van Jezus zijn, onze rechten hebben verloren en alleen maar kunnen leven vanuit de gunst van God. Matt.10;38 en wie zijn kruis niet opneemt en achter Mij gaat is Mij niet waardig.
Wie namen er in Jezus dagen hun kruis op? Je kruis opnemen duidt niet alleen op het dragen van je moeilijke last, zoals het vaak wordt gebruikt in de uitdrukking: je kruis dragen. Het kruis werd in die dagen opgenomen door ter dood veroordeelden. Zij konden alleen nog hopen op de gunst van de koning. Dit is de houding, waardoor het evangelie onbelemmerd gebracht kan worden. Dit is de houding waaruit blijkt, Wie Jezus is. Meer nog, door deze houding kan van Jezus geen slecht woord gezegd worden. In geen geval met enig recht.
Jezus heeft recht op onze onverdeelde liefde. Want Hij heeft Zijn liefde onverdeeld en vol toewijding gegeven. Alle redenen die wij kunnen bedenken om iets te doen, vallen in het niet bij die ene. Dat is de reden om Wie wij het ook kunnen laten mocht het nadelig zijn voor Jezus en Zijn woord, Zijn Evangelie.
Shalom,