Fossiel


Groot, lomp, vraatzuchtig. Gelukkig zijn ze uit de tijd. Waren zij niet groot dan toch vaak lomp en vraatzuchtig. Tegenwoordig zijn ze te bewonderen als skelet en hoeft men niet meer te vrezen voor die grote tanden. Wanneer er tegenwoordig nog een T Rex rond zou wandelen of een vleesetende tijdgenoot, dan zou ik niet zonder bazooka van huis gaan. Zelfs niet wanneer Greenpeace er een bedreigde diersoort van wil maken. Dan is het toch echt Hasta la Vista baby. Kleinere dieren uit die tijd zijn versteend, niet meer dan een fossiel. Toch vraag ik mij af, of ik hen graag zou hebben ontmoet. Van een zwarte weduwe in je bed wordt je al niet vrolijk en dat is maar een klein hedendaags spinnetje.

Helaas, zijn niet alleen skeletten en fossielen rijp voor het museum. Een heleboel waarden en normen vinden tegenwoordig hun trage gang naar een dergelijke opslagplaats. Er wordt dan niet meer met bewondering naar gekeken. Er wordt alleen smakelijk om gelachen. Zo gaat dat met waarden en normen die men niet meer van deze tijd vindt. Die wil men liever ook niet meer kennen. Blijkbaar zijn niet alle fossielen even interessant. Zo lijkt respect aan een zekere tred naar het museum niet te ontkomen. Het wordt nog wel geleerd en het wordt nog wel in praktijk gebracht, maar langzamerhand verdwijnt het naar de achtergrond, of wordt de definitie ervan aangepast.

In mijn stoffige jeugd had je brutale kinderen, die de onderwijzers het bloed onder de nagels vandaan haalden. Maar dat begon eigenlijk pas tijdens het voortgezet onderwijs. Er was respect voor de leerkracht. Er was respect voor het leven.
Hoewel er altijd thrillseekers zijn geweest, is het modeverschijnsel van de laatste tijd. Vermaak moet een zeker element van gevaar in zich hebben. Natuurlijk wel op de meest veilige manier. Toch gebeurt het regelmatig, dat mensen te veel op hun vaardigheden en ervaring vertrouwen waardoor het mis gaat. Niet alle situaties kun je opvangen met vaardigheden en ervaring.

Iedereen die een flinke storm op zee heeft meegemaakt zal dat kunnen beamen. Zo iemand weet hoe nietig je kan zijn tegenover die metershoge golven, opgezweept door een vernietigende wind. Je hoeft maar één fout te maken en het kan je dood betekenen. Degenen die afhankelijk zijn van de zee hebben een diep respect voor het natuurgeweld. Kapitein en stuurman mogen geen fouten maken. Zelfs niet met de meest moderne schepen. Er lijkt een relatie te bestaan tussen afhankelijk zijn en respect.

Over respect bestaan verschillende meningen. De één vindt dat je het moet hebben, een ander dat je het moet verdienen. Ze zijn beiden waar. De Bijbel zegt dat wij ontzag moeten hebben tegenover God. Dit is de betekenis van respect, ontzag hebben en eerbied. Wie ontzag heeft, erkent zelf ook gezag en weet dat hij of zij afhankelijk is van een hoger gezag. Wat gebeurt er wanneer je een onverschillige houding aanneemt tegenover een hoger gezag?

Hebr. 12:28. Het woord eulabeia, dat op die plek met ontzag is vertaald, betekent niet alleen angst, maar ook behoedzaamheid, voorzichtigheid en godvrezendheid. In genoemd vers heeft ontzag met godvrezendheid te maken.
Godvrezendheid is weten, dat wanneer God tegen je is, je nergens heen kunt. Net als Jona kun je vluchten, maar Hij zal je vinden. En niets weerhoudt God ervan om je overboord te gooien en je op te laten slokken door een grote vis. Of zelfs te doden, zonder dat wij er iets tegen kunnen doen. Gelukkig houdt God van ons en zoekt Hij het beste voor ons dat Hij kan geven. Dit betekent niet, dat halsstarrige ongehoorzaamheid geen gevolgen kent. Toch geeft Hij je alle gelegenheid om je met Hem te verzoenen. Door Jezus. Indien je niet beter weet, geeft Hij een heel leven om dat te doen. Er is echter een grens, die je beter niet overschrijdt. Onverschilligheid en respectloosheid brengen de eeuwige dood.

In Bijbels opzicht is dood, niet een staat van geen leven meer, maar een staat van eeuwige verwijdering van God en daarmee van Zijn zegen. Waar God niet is kan Zijn zegen niet worden gegeven.
Salomo had, zeker in zijn begintijd als koning, respect voor God. Daardoor stond hij open voor Gods wijsheid. Omdat hij handelde naar die wijsheid, won hij het respect van het volk. In hem zien wij dus de twee principes achter respect aan het werk.

In Handelingen 2:41-47 lezen wij over het respect dat de 1e gemeente had voor God en dat zij in de gunst van het volk stonden. Het lijkt er dus op dat respect hebben en respect verdienen hand in hand gaan. In genoemde voorbeelden zorgt het respect voor God ervoor, dat het volk respect heeft voor Zijn dienaren. Dit is iets anders dan de vijandschap van de wereld, die wordt aangewakkerd door satan. In Commando heb ik geschreven dat zelfs vijanden respect voor je kunnen hebben als je waarmaakt wie je zegt te zijn.

Respect voor God, betekent respect voor zijn Woord. Respect voor Zijn Woord betekent automatisch, dat wij respect hebben voor alle mensen en rassen als schepping van God. Dit betekent niet, dat wij het met iedereen eens moeten zijn. Maar hoe willen wij voldoen aan: Matteüs 22: 37 Hij zeide tot hem: Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand. 38 Dit is het grote en eerste gebod. 39 Het tweede, daaraan gelijk, is: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf. 40 Aan deze twee geboden hangt de ganse wet en de profeten.’ Of aan dit: Lukas 6: 27 Maar tot u, die Mij hoort, zeg ik: Hebt uw vijanden lief, doet wel degenen, die u haten; 28 zegent wie u vervloeken; bidt voor wie u smadelijk behandelen.

Zonder respect voor God kunnen wij hieraan helemaal niet voldoen. Zonder respect voor de mens als schepping van God, omdat het God is die de mens heeft geschapen, ook niet. Hoeveel respect heb ik eigenlijk voor God als ik neerkijk op anderen en mezelf zo geweldig vind? Hoeveel respect heb ik voor God, wanneer ik meen iemand steeds te moeten corrigeren omdat hij of zij niet de juiste theologie aanhangt, of zelfs een atheïst is? Bij een gebrek aan respect hoort eigenlijk de vraag, hoeveel ik echt van God afhankelijk wil zijn. Want bij iedereen, die zich volledig aan Jezus overgeeft, werkt God dit respect uit.

Of wil ik liever onafhankelijk zijn? Misschien bouw ik liever aan mijn eigen citadel en sluit ik mezelf op in mijn zelfgebouwde ivoren toren. Dan heb ik het penthouse alleen voor mijzelf. Naast het feit, dat dit een persoonlijke kwestie is, geldt het ook gemeente breed. Hebben wij voldoende respect voor God, zodat de hedendaagse gemeente het respect verdient van het volk. Een respect, dat niet afhankelijk is van wel of geen tegenstand. Maar een respect waarvan zelfs de wereld moet erkennen dat zij door God bewerkt is. Net zoals in Handelingen.

Mensen zijn onze vijanden niet. Gods liefde is voor iedereen. Of je nu Islamiet bent of satanist. Wij hoeven ook niet bang te zijn voor de machten die zich in deze wereld laten gelden. Een zekere mate van respect kan echter geen kwaad. Wie zijn tegenstander onderschat, delft het onderspit. Denken wij te groot, hoogmoedig over onszelf en te klein, laatdunkend over de ander, dan heb je al verloren. Gods liefde is voor iedereen. Wij weten dat Jezus almachtig is. Hij is de overwinnaar. Hebben wij wel voldoende respect voor Hem als wij de vijand vrezen uit angst? Tegenstand zal er altijd zijn, die had Jezus ook.

Ooit vertelde iemand mij, zo’n twintig jaar geleden, over de fundamenten van de reformatie. Alleen door het Woord. Alleen door het geloof. Alleen door genade. En dat nog wel in het Latijn. Ik heb er niet veel mee gedaan. Want eerlijk gezegd, zonder respect voor God heb je er helemaal niets aan. Wie ontzag heeft voor Jezus, wordt geleid door Zijn Heilige Geest. En Die brengt je veel verder dan die zuilen ooit kunnen, of enige zuil van welke richting dan ook.

Ik vraag me af, wat echt respect voor God en je medemens ten diepste betekent. Ik weet 1 ding. Wij komen er alleen achter, als wij bereid zijn te sterven aan onszelf.

Afdalen uit ons Penthouse, de citadel afbreken en het ivoor gebruiken voor mensen die geen gebit meer hebben.

Shalom

Bronvermelding: Studiebijbel CvB

© 2012 Thobias Ygrec. Alle rechten voorbehouden.

De Bijbeltekst in deze uitgave, is ontleend aan de Bijbel in de Herziene Statenvertaling, © Stichting HSV 2010