Eenheid
Door de eeuwen heen, is er veel geschreven en gezegd, over vele onderwerpen. Soms heeft het geschrevene veel weg van zelfkastijding. De zevenstaart die daarbij wordt gebruikt, bestaat vaak uit de eigen hersenspinsels. Natuurlijk, alle hersenspinsels hebben gouden randjes en worden in goud gewogen. Want we hebben ze zelf bedacht en mensen houden nu eenmaal van goud. Bovendien, zuiverder dan we het zelf kunnen bedenken, is goud toch nergens te vinden? Geen wonder dat de Bijbel in Mat 6;24 waarschuwt voor de Mammon, de zucht naar goud, geld, rijkdom.
Geld en rijkdom hebben, is op zich niet verkeerd. Of het verstandig is, is een andere kwestie. Jezus waarschuwt hier om geen slaaf te zijn van het goud. Het goud dient ons, onder Gods heerschappij. Wij horen niet slaafs het goud te dienen, er voor te kruipen of er voor te buigen. Een kleine waarschuwing is hier wel op zijn plaats. Denken dat je geen slaaf bent maar alleen veel goud wilt hebben, voert uiteindelijk toch in slavernij.
Waaruit bestaat het goud in ons hart? Bestaat dat uit de liefde tot Jezus, de medemens, al dan niet gelovig in Christus, tot Gods Woord? Of zijn wij verliefd op onze eigen bedenksels, onze eigen vondsten en diepgaande kennis?
Gezien de prijs die het christendom, zeker in de lage landen betaalt, ben ik vaak geneigd dat laatste te denken. Wij doen er wijs aan, om ons af te vragen of de Mammon ons niet beheerst. Die van de strijdvragen bijvoorbeeld? Of heerst het echte goud, de liefde van Jezus in ons hart? Die liefde is niet moeilijk te herkennen, want zij draagt het kenmerk van Jezus.
Mattheus 11: 28 Komt tot Mij, allen, die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven; 29 neemt mijn juk op u en leert van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart, en gij zult rust vinden voor uw zielen; 30 want mijn juk is zacht en mijn last is licht.
Jezus is zachtmoedig en nederig van hart. Dus als je de liefde van Jezus in je hebt, dan ben je ook nederig en zachtmoedig van hart, want zo is ook Jezus. En Hij geeft een lichte last. Gouden hersenspinsels maken die last echt niet lichter. Want goud weegt nogal wat.
Minzaam neerzien op een broeder of zuster, omdat diegene niet zo Bijbelvast is, misschien wel vanwege een slecht geheugen, of omdat iemand niet tot ons clubje behoort, is niet nederig noch zachtmoedig. Met als resultaat dat er niet vanuit de liefde tot Jezus wordt gehandeld, maar vanuit de liefde voor het zelfbedachte goud.
Wat veel erger is. Waar wij niet zijn zoals Jezus, zachtmoedig en nederig, blijft alleen het tegenovergestelde over. Hardvochtigheid en hoogmoed. Er is dan geen klok voor nodig om te weten hoe dichtbij de val is. Wees eens eerlijk, hoe één zijn wij echt in christelijk Nederland? Onderstaand geldt zeker niet voor iedereen en toch is het goed, dat wij allemaal aan onszelf, in alle eerlijkheid, onderstaande vragen stellen.
Hoe kijken wij naar christenen uit de Katholieke kerk? Of naar christenen uit de Oud Gereformeerde Gemeente Nederland? Worden protestanten nog steeds gezien als de verloren zonen en dochters van de katholieke kerk? Wiens zonen en dochters zijn we eigenlijk als wij Jezus als Redder hebben?
Vinden wij dat een broeder of zuster het verlichte pad nog niet heeft bereikt, omdat men niet deelt in onze visie op de doop, het duizendjarig vrederijk, de eindtijd, zondebesef?
Is er trots, vanwege het bereikte niveau, waar vele anderen achterblijven?
Je kunt je afvragen wie er gelijk heeft. Maar wie heeft nu echt het laatste woord? Ooit heeft Paulus besloten om niets te weten dan Jezus Christus en die gekruisigd.
1 Korinthiërs 2:2 Want ik had niet besloten iets te weten onder u, dan Jezus Christus en die gekruisigd. En Johannes schreef in het tweede hoofdstuk van zijn eerste brief 23 Een ieder, die de Zoon loochent, heeft ook de Vader niet. Wie de Zoon belijdt, heeft ook de Vader.
Dit zou al voldoende moeten zijn, om elkaar te respecteren en te accepteren als broeders en zusters. Iedereen die bovenstaande verzen belijdt en toepast. Zelfs wanneer iemand niet in Jezus gelooft, dan nog blijven respect en acceptatie omdat elk mens een schepping van God is en omdat God elk mens accepteert zoals die persoon is. En gelukkig doen ook velen dat, want dat is het wonder van de Heilige Geest. De Heilige Geest dringt Zich echter niet op. Jezus accepteert ons maar Hij accepteert niet alle dingen die wij doen. Juist dat maakt het wonder van het evangelie zo krachtig en tegelijkertijd onbegrijpelijk.
Wat blijft er over van ons gelijk, ons zelfbedachte goud? Mijzelf ingesloten. Doorstaat het alles de vuurproef of gaat het net als stro in rook op? Is er iemand, die in het licht van Gods gelijk, kan zeggen dat hij of zij gelijk heeft? Wie heeft nu echt het laatste woord? Speciaal in het licht van de vele denominaties die Nederland kent.
Naast de eenheid, die vele interkerkelijke christenen delen, zie ik ook veel verdeeldheid in hoe wij over elkaar denken. En dan hoef je niet verder te gaan dan dezelfde denominatie. Maar omdat ik toch graag interkerkelijk bezig ben, even een interkerkelijk voorbeeld:
Eens zei een dominee tegen mij, dat hervormden en evangelischen elkaar nodig hadden. De hervormden hadden de evangelischen nodig voor de vreugde en de evangelischen hadden de hervormden nodig voor de diepgang. En ik weet, dat er evangelischen zijn, die prat gaan op hun relatie met de Heer Jezus en de hervormden betreuren, vanwege de gebruikte dogmatiek. Binnen dit soort denken is geen echte eenheid mogelijk. Het wordt geblokkeerd door geestelijke hoogmoed.
Is het de verdeeldheid binnen het christendom waard? Binnen al die denominaties waar Jezus gepredikt wordt als Zoon van de levende God, gekruisigd voor onze zonden, door Wiens bloed wij gereinigd zijn en herstel vinden. Wees eerlijk, daar kan geen water tegenop. De Enige die gelijk heeft, is God. En in ons diepste wezen is niemand het eens met God, tenzij iemand met Hem vrede heeft gemaakt. En zelfs dan, kunnen wij nog met Hem twisten. Nogmaals, dit schrijf ik, zonder dat ik iedereen over 1 kam wil scheren.
Fundamenten blijven natuurlijk fundamenten. Maar de Mammon hoort in het hart van een christen geen woning te vinden. Worden stellingen en visie belangrijker dan de liefde, die Jezus in ons hart wil geven, dan is het eigen denken tot een afgod geworden. Dan staan onze overwegingen en ons denken niet meer onder heerschappij van Jezus. Dan kun je Hem wel om raad vragen en of Hij die eigenwijze broeder of zuster de juiste weg wil wijzen. Maar Hem begrijpen of verstaan, doe je dan niet meer.
Wat is de kern van mijn motivatie? Wie of wat dien ik in diepste wezen met wat ik zeg of schrijf? Dit zijn niet de meest simpele vragen maar wel van essentieel belang. Want laat ik eerlijk zijn. Soms denk ik God te dienen, terwijl ik mijzelf centraal zet. Om wie gaat het dan? Om wie gaat het eigenlijk in de vele strijdvragen die christenen onderling hebben? Strijdvragen die de eenheid verbreken, de liefde en het respect ondermijnen. Volgens mij betalen wij een erg hoge tol, voor iets dat al een uitgemaakte zaak is. Gods Woord, Zijn liefde, Zijn genadegave en Jezus sterven aan het kruis stellen ons allemaal, per definitie in het ongelijk. Hoe hoog is de prijs dan, die wij uiteindelijk betalen voor verdeeldheid? Hoe klein die ook mag zijn? Dogma’s en eigen visies, zijn nooit belangrijker dan Jezus.
In Joh. 15:9-17 gebied Jezus ons om van elkaar te houden. Waar wij door strijdvragen en dogma’s niet meer de liefde in praktijk kunnen brengen, daar zijn wij ongehoorzaam aan dit gebod. Kijken wij vanuit onze dogma’s naar de medemens, dan kijken wij niet vanuit Jezus en zijn wij ongehoorzaam aan dit gebod. Al geloof je honderd keer, dat dogma’s door God gegeven zijn. Lees ook eens Lukas 6:27-38. Zelfs zijn wij hiermee ongehoorzaam aan het meest belangrijke gebod.
Gebrek aan naastenliefde, zoals dat bijvoorbeeld in Lukas 6 wordt beschreven, is een gebrek aan liefde voor God. Want voor God is de liefde tot de naaste net zo belangrijk als de liefde tot Hem. Matt. 22:34-40 Onder naaste verstaat de Bijbel een naaste zijn voor de ander, ongeacht zijn status of geloof.
Ongehoorzaamheid drijft uit elkaar, versterkt de verdeeldheid. Jezus wil graag dat wij één zijn, zodat de wereld weet dat Hij door de Vader gezonden is. Joh. 17:20-22 Hoe kan de wereld nu weten dat Jezus door God de Vader gezonden is, wanneer wij zo verdeeld zijn?
In Gods koninkrijk bestaat eenheid niet dankzij eenvormigheid of overeenstemming, maar ondanks meningsverschillen. In liefde, respect en waardering voor elkaar, omdat God van ons houdt en omdat Hij ons heeft gewild en vrijgekocht. Jezus noemt ons het zout der aarde maar verbindt daaraan wel een waarschuwing. Als het zout zijn kracht verliest dient het nergens meer toe dan om weggegooid en door de mensen vertreden te worden. Matt. 5:13. Reken maar uit, hoe hoog de prijs is die wij betalen en of het goud van de Mammon dan voldoende borg is.
Shalom