Burnout
Ik ben er geen voorstander van. Maar ik heb het mij wel eens afgevraagd. Wanneer ik mensen met dieren moet vergelijken, dan zou ik waarschijnlijk mieren nemen. Waar het althans de westerse mens betreft. Het enige verschil is het ontwerp. Mieren lijken ontworpen, om continue bezig te zijn. Mensen zijn ontworpen met de behoefte, om zo nu en dan rust te nemen. Neem je onvoldoende rust, dan komt er ergens een kink in de kabel. Overladen mensen raken gestrest en kunnen irrationeel gedrag vertonen. Doordat zij prioriteiten uit het oog verliezen wordt alles één grote onoverzichtelijke hoop. Voeg daarbij een steeds egoïstischer wordende maatschappij en je hebt een tijdbom.
De werking van zo’n tijdbom, is bijvoorbeeld te zien in het dagelijkse verkeer, mijn stokpaardje. Als gevleugelde mieren, vliegen steeds meer automobilisten over de weg, want zij moeten snel even dit en snel even dat. Hoffelijkheid wordt steeds duurder, want het wordt langzamerhand schaarser dan goud. Geef je één bestuurder de ruimte, dan volgen er twintig. Terwijl anderen jou gewoon laten wachten wanneer je in een drukke straat een geparkeerde vrachtauto wilt passeren. Want het andere verkeer heeft recht om door te rijden. Dat is de regel. En is die regel niet van toepassing, dan creëren steeds meer automobilisten de regel van de gasplank. Dominant gedrag in het verkeer. Ikke eerst.
Fietsers maken dankbaar gebruik van het ‘voorrangsteken’, de uitgestoken arm om richting aan te geven.
Toen ik net mijn rijbewijs had, bleef het grootste deel van de automobilisten nog achter de fietser wanneer men niet veilig kon inhalen. Tegenwoordig persen veel automobilisten zich tussen fietser en de tegenligger. Aangezien ik dit gedrag zie toenemen in alle lagen van de bevolking, denk ik dat de maatschappij niet ver weg is van het ultieme individualisme. Oftewel De Grote Egoïst. Of men nu een kind is, opa, jonge ouder of jongvolwassen, in de midlifecrisis zit, of in hun jaren dertig. Elke leeftijdsgroep wordt in dit gedrag vertegenwoordigd.
Oké, niet iedereen doet eraan mee. Maar ik noem dit om het principe achter de tijdbom duidelijk te maken. Meng bij dit alles de hoger wordende lasten, hogere werkdruk, de druk om te voldoen aan schoonheidsidealen, prestatie-idealen, groepseisen, groeiende verantwoordelijkheden en prijsstijgingen door inflatie. Voeg tenslotte smaak toe met een vleugje evolutie en haar survival of the fittest. En voilà, je hebt de perfecte omstandigheden waarin egoïsme kan gedijen. Manipulatie en dominantie nemen in een egoïstische maatschappij toe. Het zijn de middelen, die laten gebeuren wat wij willen. Bij overleven gaat het om mijn hachje en zal de ander mij een worst zijn. Bij hevige honger, soms letterlijk.
Of werkt het juist andersom? Een egoïstische maatschappij creëert een hogere druk, die weer andere mensen met zich meesleurt in het egoïsme. Want wie wil er nu steeds het slachtoffer zijn van een stelletje bullebakken, windbuilen en hufters? De enige manier om geen slachtoffer te zijn is om zelf ook een bullebak te worden, lijkt het wel.
Een hoogstaande kwaliteit van leven, in een wereld waar Jezus niet mag regeren, heeft een vernietigende prijs. Geen wonder dat de Burn-out dingt naar de eerste plaats onder volksziekten. Met alle druk die op mensen wordt gelegd om te presteren met zo min mogelijk middelen, voor een zo groot mogelijk economisch belang, is dit alleen maar logisch.
Maar wat gebeurt er met hen, die het hol en vliegwerk van deze maatschappij niet meer kunnen bijhouden? Wat gebeurt met hen, die opbranden, omdat ze overgevraagd zijn en de omgeving dit ook nog normaal vindt? Voelen zij zich mislukt, misbruikt, weggeworpen, of is gedumpt een beter woord? Wat voelen deze mensen? Wat blijft er over van hun eigenwaarde? Mensen ontlenen vaak een deel van hun identiteit aan dat wat zij doen. Wij zijn wat wij doen of doen wat wij zijn. Wie zijn wij nog als wij mislukken in de maatschappij en niet meer kunnen zorgen voor degenen, die aan ons zijn toevertrouwd? Wat blijft er over van onze identiteit? Meten wij onszelf een andere identiteit aan? Blijven wij onszelf. Of willen wij op Jezus lijken?
Eigenlijk werken hier dezelfde principes, die de gemeente van Jezus kapot maken en op dezelfde wijze. Het begint met zelfgerichtheid, zelfvoldaanheid. Mijn wil geschiede en met de Schepper heb ik niets te maken. In mijn universum ben ik god. Zie wat ik heb gepresteerd. Mensen zet ik naar mijn hand. Wanneer iemand in de bebouwde kom 50 rijdt en ik wil sneller, dan stimuleer ik hem om wat sneller te rijden door aan zijn bumper te hangen.
Met manipulatie en dominantie nemen ook bedrog en misleiding, kwaadsprekerij en laster toe. Roddelrubrieken op tv en in magazines vieren hun hoogtijdagen. De luidste holklinkende term die je tegenwoordig hoort is, dat je jezelf mag zijn. Maar, wanneer iemand afwijkt van de definitie, die mensen voor jezelf zijn hanteren, vindt men je uiteindelijk toch raar. Wees jezelf wees als wij. Laat ons mensen maken naar ons beeld. Waar heb ik dat eerder gehoord? Heeft dat niet een God gezegd die Zichzelf Ik ben die Ik ben noemt? Was dat niet de Schepper van hemel en aarde? Eerlijk gezegd vind ik Hem toch een stuk aardiger dan vele in zichzelf gekeerde mensen.
Wat betekende diabolos ook alweer? In diskrediet brengen, verdacht maken. Lasteren en roddelen. Wie werd er ook alweer met diabolos aangeduid? Inderdaad, satan in 1Petrus 5:8. Ook al erkent deze maatschappij satan niet als de boze geest die hij is, zij maakt wel steeds meer gebruik van zijn tactieken. Laat ons mensen maken naar mijn beeld. Weer die oude vraag.
Op wie willen wij lijken? Wie of wat heeft de meeste invloed op onze identiteit? Het is mijn overtuiging dat God een dergelijke maatschappij nooit heeft gewild. Jezus overlaadt niemand met ondraaglijke lasten. Want wanneer wij niet meer verder kunnen, vinden wij Hem naast ons om de last te dragen, om het werk te doen. Hij is eerlijk. Hij zal nooit over je kletsen en je gevoelens zijn veilig bij Hem, net als je zwakheden. Hij geeft je echt de vrijheid om te zijn wie je bent. Sterker nog. Als je Hem aan je identiteit laat bouwen zal dat meer voldoening geven dan alles wat er in deze wereld te koop is. Maar, dat houd wel een totale overgave aan Jezus in en een volledig vertrouwen op Hem. Vertrouwen, dat Jezus weet wat Hij doet.
Heb je wel eens gedroomd van een baas die uit zijn kantoor komt, de helpende hand toesteekt en dan nog een schouderklopje geeft, omdat je hebt gedaan wat je kon? Jezus doet dat wel. Voor hem hoef je geen advocaat te zijn voordat je wordt geaccepteerd. Je hoeft geen hoge opleiding te hebben om door Hem gebruikt te worden, of om waardevol voor Hem te zijn. Jezus houdt van je zoals je bent. Je mag dus ook bij Hem komen zoals je bent. Hij accepteert je zonder je diploma’s, zonder je prestaties. Die doen er voor Hem helemaal niet toe. Het enige, dat Hij van ons vraagt is, dat wij onze liefde aan Hem geven en aan Hem trouw zijn.
Wanneer wij onze identiteit aan Hem ontlenen hoeven wij niet bang te zijn voor verwerping of mislukking. Want als wij trouw blijven en doen wat binnen onze mogelijkheden valt zegt Hij: ‘Wel gedaan gij goede en getrouwe knecht.’ Matteüs 25:14-30.
God doet grote dingen, met het weinige dat wij hebben.